Iris vertelt haar verhaal

Sinds de studieloopbaanbegeleider aan de klas heeft verteld over haar ‘handleiding’, gaat het wel iets beter met Iris en de klas. Maar als ze na een paar maanden weer een gesprek heeft met de begeleider, zegt ze dat ze het toch nog heel lastig vindt om met haar medestudenten om te gaan.
De studieloopbaanbegeleider geeft haar dan de tip om aan de groep te vertellen waarom het voor Iris lastiger is om te communiceren. Dat vindt Iris erg spannend. Maar ze snapt dat het haar kan helpen en raapt haar moed bij elkaar.
Iris vertelt in haar groep dat zij gediagnosticeerd is met autisme. Ze was toen zes jaar. Haar ouders hadden gemerkt dat er iets bijzonders aan haar gedrag was. ‘Als klein meisje was ik heel slim en héél geïnteresseerd in bepaalde dingen. Zoals in het bos. Maar ik was niet sociaal met mijn familie of met andere mensen en ik kon me moeilijk in anderen inleven. Ik was toen al erg op mezelf.’
Iris’ medestudenten luisteren aandachtig naar haar. Dat geeft haar de moed om verder te vertellen. ‘Toen ik ouder werd, is dat zo gebleven. Het bleek toen ook dat ik moeite had met voor mezelf te zorgen. Tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven. Ik vind het heel lastig om geregeld te douchen of in bad te gaan; ik doe dat nooit uit mezelf. Dat hoort bij mijn autisme. Mijn ouders helpen mij met mijn kleding en mijn dagelijkse verzorging.’
Iris is blij dat ze haar verhaal gedaan heeft. Er heeft niemand gelachen. Fenne zei dat ze het nu wel wat beter begreep en sommige anderen hadden geknikt.